De reis is begonnen. Al een aantal uren zitten we in het vliegtuig richting India. Het lawaai van de motoren is hinderlijk aanwezig als een constante dreun. Op het moment vliegen we boven de Kaspische Zee op 11741 meter met een snelheid van 980 km/uur. Buiten is het –62° C. Het is nog 3:25 uur vliegen naar New Delhi, onze tussenstop. In de passagiersruimte is het donker, de meeste raampjes zijn dicht, de verlichting is uitgedaan en veel reizigers dommelen. Er is weinig belangstelling voor het uitzicht. Jammer dat wij niet bij een raampje zitten.
G. en ik zitten achterin het vliegtuig in een middenrij van drie. Zo’n tien meter voor ons zitten M. en H. in een rij van vier. Voor hen een paar bakjes met slapende baby’s.
Rond twaalf uuur wordt het middageten geserveerd: rijst met kip en vlees, met drie pittige sauzen. Het smaakt goed, maar tart wel mijn grenzen, terwijl ik toch wel wat gewend ben. Verder is het een heel gepruts op zo’n klein dienblaadje. Desondanks worden we goed verzorgd, de meegesmokkelde boterham is dan ook nog niet aangesproken.
Vanmorgen vroeg, heeft R. ons naar Brussel gebracht. Na een kort afscheid zoeken we de incheckbalie op, geven de koffers af en passeren de eerste douanepoort. We zijn vroeg en drinken nog wat koffie (bedankt M!). Dan volgt de controle voor de handbagage. De scherp afgestelde poort piept. Metaal? Maar wat? Bij handmatige fouillering blijkt het zilverpapier van een pakje kauwgum de boosdoener te zijn. Hier kunnen ze in de gevangenis nog van leren.
Daarna volgt een lange gang met rolvloeren en uiteindelijk belanden we bij de incheckbalie van ons vliegtuig. Daar wachten al veel Indische mensen, sommigen met turban. M. bidt met ons voor de reis, verwijzend naar de dragende hand van de Here God. Een gebed geïnspireerd door M.’s zoon A.
Het is mijn allereerste vliegtuigvlucht. Wat doe je zoal? Praten met G.. We kennen elkaar nauwelijks. We praten over God, godservaringen en over Van de Beeks laatste boek ‘Is God terug?’ We praten over India en ons doel. M. zei het tegen E. zo: ervaren hoe God werkt in India.
De laatste tijd vul ik dat in volgens mijn zgn ‘pijlertheorie’:
- de historische basis van de bronnen en de traditie
- het testimonium van de heilige Geest, Rm 8:14-16
- tekenen en wonderen, krachten en gaven in het heden. Hd. 4:29,30 (zie ook Hebr 2:4)
Zo gaat de tijd snel voorbij. Het videoscherm in de stoel voor ons met muziek, films en info, hebben we nauwelijks gebruikt.


Onze koffers worden naar binnen gebracht door hotelpersoneel. Al buigend wordt de deur door weer een ander voor ons opengedaan. Achter de balie van het kleine hotelletje worden we vervolgens door weer twee andere mannen ingecheckt. Het is de eerste confrontatie met het verborgen werklozenleger van India.
Na een voorspoedige reis zitten we gevieren ’s avonds laat, in onze hotelzetels en schenken ons nog wat flessenwater in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten