9 juni 2010

Een correctie in de Herziene Statenvertaling

De tekst 2 Petrus 2:1 (zie vorig blog) kent nog een bijzonderheid. Volgens de eerste versie van de Herziene Statenvertaling luidt deze tekst:
Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus:
In de laatste versie is dat veranderd in: Simeon Petrus. 


Één letter verschil. Is dat zo belangrijk? Vanwaar deze wijziging? 
De wijziging is terecht. De meeste handschriften hebben Simeon. Een kwestie van nauwkeurigheid.


Toch is de wijziging ook belangrijk en wel als volgt: Ten aanzien van deze tweede Petrusbrief speelt de discussie of de apostel Petrus deze brief wel heeft geschreven. Er zijn diverse argumenten die een rol spelen. Éen van de argumenten is het gebruik van Simeon, de Hebreeuwse naam van Petrus. En dat is opmerkelijk in een Griekstalige brief. In geval van een pseudepigraaf (Iemand die gebruik maakt van de naam van een bekende schrijver. Anders dan het voor ons veel bekendere pseudoniem.) was het veel waarschijnlijker dat er had gestaan: Petrus of Simon Petrus.


De afbeelding is een werk van Betsy Porter uit 2007: Petrus ' is shown here in a posture of prayer and adoration.  His scroll represents the legacy of the holy word which he holds.'

Hoera

8 juni 2010

De Godheid van Jezus in 2 Petrus 1:1

De vertaalclub van de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) was divers samengesteld. Ook waren er veel meelezers. Die zullen ook tot de het nodige ingebracht hebben. Dat zal tot heel wat discussies geleidt hebben. Eén zo'n discussie kom je op het spoor in de tweede brief van Petrus door de vetgedrukte passages in de volgende twee teksten te vergelijken:

2Pt 1:1 - Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij
Een voetnoot vermeldt:
Ook mogelijk is de vertaling: 
van onze God en redder Jezus Christus.
2
Pt 1:11 - en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het koninkrijk van 
onze Heer en redder Jezus Christus.

In het grieks staats er:

in vers 1:   tou theou hemon kai sotaros Iesou Christou
in vers 11: tou kuriou hemon kai sotaros Iesou Christou 


Er is blijkbaar een discussie geweest over de exegese van vers 1. Gaat het hier nu om twee: God de Vader én Jezus Christus de Zoon. Of gaat het hier alleen om Jezus waarvan dan wordt gezegd dat Hij én God én redder is? De NBV koos voor de eerste optie. Maar er was blijkbaar een groep die hier protest tegen aantekende. Dat resulteerde waarschijnlijk in de voetnoot die aangeeft dat het hier alleen over Jezus Christus gaat.
Het is niet zomaar een discussie. Deze discussie raakt de kern van het belijden. Wie is Jezus Christus? Dat 'van'-woordje heeft dus veel gewicht. Er hier sprake is van een zogenaamde Theos-tekst.  Dat zijn teksten die van Jezus zeggen dat Hij God is. Door dat ene woordje 'van' in te voegen wordt deze tekst om zeep geholpen. 


Wat staat er in het origineel? Daar kunnen we kort over zijn: dat ene woordje 'van' ontbreekt. Nu is dat echter niet doorslaggevend. Alle vertalingen voegen woorden toe indien de betekenis van de vertaling onduidelijk wordt. Dat is dus niet beslissend.
Maar er is meer te zeggen. In het origineel is sprake van een speciale constructie. Dat komt in vertaling niet helemaal naar voren. Je kunt namelijk een komma invoegen zodat je leest: van onze God , en redder Jezus Christus. Het verwijst dan naar twee personen. Het Grieks laat deze mogelijkheid niet toe. Men spreekt van de zgn Granville Sharp rule
Mijn voorstel zou dus zijn de vertaling te wijzigen in: ... van Jezus Christus, onze God en redder.

4 juni 2010

Stoppen met eten

1 Korinthe 8: 9. Maar let erop dat de vrijheid die u hebt geen struikelblok wordt voor de zwakken onder u. 10. Wanneer namelijk iemand met een zwak geweten ziet dat u, met uw kennis, in een afgodentempel deelneemt aan een maaltijd, wordt hij er dan niet toe verleid dat offervlees te eten? 11. Zo gaat de zwakke door uw kennis verloren, een broeder of zuster voor wie Christus gestorven is. 12. Op die manier zondigt u tegen hen, en door hun zwakke geweten te ondermijnen zondigt u tegen Christus. 13. Als ik dus door vlees te eten mijn broeder of zuster ten val breng, wil ik het nooit ofte nimmer meer eten; dan breng ik hen niet ten val.
Een vergelijkbare passage staat in Romeinen 14. Deze is nog wat scherper van  toon.
1. Aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden. 2. De een gelooft dat hij alles mag eten, maar iemand die een zwak geloof heeft eet alleen groenten. 3. Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, ... Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. 6. Wie een feestdag viert, doet dat om de Heer te eren; wie alles eet, doet dat om de Heer te eren, en hij dankt God voor zijn voedsel. Wie iets niet wil eten, laat het staan om de Heer te eren, en ook hij dankt God. ... 21. Vlees, wijn of iets anders waaraan uw broeder of zuster aanstoot neemt, kunt u beter laten staan. 22. Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God. Gelukkig is wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging
In de biblebelt zijn deze passages invloedrijk. In SV-versie natuurlijk. Daar staan twee woorden die al vroegtijdig bekend zijn in het leven van een biblebeltmens: aanstoot (struikelblok) en ergernis (ten val brengen). Deze woorden zijn als het ware verslindend van karakter geworden. Ik bedoel hiermee dat deze twee woorden dusdanig nadruk krijgen dat andere belangrijke kernwoorden wegvallen. Deze twee woorden zijn in staat gebleken de kerngedachten uit deze passages scheef te trekken.


Want wat zijn de kerngedachten in deze passages? Dat zijn volgens mij: 
1. Een gelovige leeft in vrijheid: Vrijheid is een groots begrip. De zon die doorbreekt na lange druilerigere dagen. Een rund dat van de stal in de wei komt. Je bent ontsnapt aan de dodelijke omhelzing van de wet, die je steeds opnieuw beschuldigde, en terecht! Vrij! Vrij ben je nu. 
Maar steeds opnieuw is er die dreiging opnieuw verstrikt te raken. Wetticisme ligt op de loer. De vrijheid van een christen wordt onderuitgehaald door allerlei regels in te voeren, verplicht te stellen. Voldoe je niet aan  deze vaak cultureel bepaalde regels, dan kun je geen christen zijn... Zo leiden allerlei goedbedoelde regels tot een aantasting van het genadebegrip. Het gevaar dreigt dat de toets voor het 'tot geloof komen' zich verlegt naar een checklist van allerlei regeltjes. 
Een tweede gevaar lijkt mij, dat de misvatting postvat dat het geloof een begaanbare weg is. Dan krijg je brave christenen die alle mogelijke moeite doen om 'in geloof te leven'. Dan probeer je een net leven te leiden volgens de regels die God geeft. Maar zo'n weg is 'het geloof' niet. Zo geloven is een doodlopende weg.  Zo is geloven als russische roulette met 100% kans op verlies.
Maar wat dan? Christenen zijn toch mensen van 'de weg'? Ja, Christus is de Weg. Hij deed baanbrekend werk. Hij kreeg wel voor elkaar te leven volgens de wet. Vernietigde tenslotte het kwaad dat leidt tot onze ondergang. In dat resultaat delen wij, door geloof: door je over te leveren in zijn handen. 
2. Heb oog voor zwakgelovigen, breng ze niet ten val: Het gaat dus om ergernis/aanstoot gericht op een heel specifieke groep mensen. En niet om een algemene ergernis/aanstoot die gemakkelijk kan ontstaan. Wie deze ergernis probeert te ontgaan verlangt iets onmogelijks. 
Een voorbeeld: Je houdt rekening met iemand die tot geloof komt vanuit een moslimcultuur waar eerbied voor de koran belangrijk is en waar een eerbiedige gebedshouding vanzelfsprekend is. Dan laat je je bijbel niet slingeren. Dan let je op je gebedshouding bij het bidden. Wie dat niet doet roept de gedachte op dat zijn keuze een vergissing is.

3 juni 2010

Onder criminele moslims - Nicolai Sennels

Mijn naam is: Nicolai Sennels. Ik ben een rijzende ster aan het firmament. Ik ben 33 jaar en kom uit Denemarken. Ik zou graag in contact komen met de kapper van Wilders. Ik ben psycholoog en schrijver van het boek ”Among Criminal Muslims. A Pshychologist’s experiences from the Copenhagen Municipality.” Mijn boek is gebaseerd op 'Het hebben van honderden diepte-interviews met honderdvijftig personen en een groep van honderd andere mensen om ze mee te vergelijken'. 


Een interview met mij vind je op Hoeiboei. Hieruit een aantal citaten:
Nadat ik in contact kwam met moslims, en de kans kreeg om hun cultuur te leren kennen, en toen ik me realiseerde hoe sterk deze is, is mijn visie op integratieproblemen nogal veranderd, moet ik toegeven. Ik ben er volledig van overtuigd dat integratie niet mogelijk is.
Mijn ervaring is dat het lezen van de Koran of het bijwonen van het vrijdaggebed niet dat is, wat er toe doet. Het cruciale is dat je opgroeit in een cultuur die specifieke trekken vertoont
Het eerste grote verschil is dat de moslimcultuur een compleet andere kijk op agressie heeft. In westerse samenlevingen wordt agressie gezien als zwakte
Een ander verschil is natuurlijk het hele eer-gebeuren. Westerlingen zien nervositeit vanwege de mening van anderen over zichzelf en het niet kunnen hanteren van kritiek als een teken van gebrek aan zelfvertrouwen. In de moslimcultuur wordt dit gezien als een kwestie van eer en het is sociaal geaccepteerd om zeer agressief te reageren op een belediger.
Een derde en ook zeer interessant psychologisch verschil is of mensen vinden dat hun leven bepaald wordt door innerlijke of uiterlijke factoren. ...  Een heel duidelijke tendens in de therapie met moslims is dat het extreem moeilijk is om ze verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun eigen handelen. 
Misschien heeft de sterkste psychologische factor met identificatie te maken. ... De moslimcultuur is simpelweg heel sterk en heeft een heel sterke weerstand tegen invloeden van uiterlijke omstandigheden. Niet één van hen zei alleen Deen te zijn. De meesten identificeerden zichzelf met de nationaliteit van hun familie of met simpelweg ‘moslim’ zijn. 
Je kunt je moslim voelen en je gedragen volgens de moslimcultuur zonder actief je islamitische geloof te praktiseren. ... Dus ook al praktiseren moslims hun geloof niet actief, hun gevoelens over en loyaliteit aan hun religie kunnen heel sterk zijn
Tot slot nog een lugubere voorspelling. Het is niet helemaal verstandig. Maar het komt de verkoopcijfers van mijn boek wel ten goede. Een beetje provoceren ligt mij wel, zoals ook de voorkant van mijn boek laat zien. Leuk toch!
Ik ben er zeker van dat we binnen vijf jaar burgeroorlogachtige toestanden zullen hebben in de door moslims gedomineerde wijken in veel Europese steden.
Wil je meer over mij weten? Hieronder nog wat diepgravender materiaal:
Het Vrije Volk: interview vertaald uit het engels van Frontpagemag.com  (Aanrader, eerst lezen!)
Hoeiboei:  interview door Merijn van Eijkeren
New English Review: Muslims and Westerners: The Psychological Differences
The German Review of Books: engelstalig interview

Joran van der Sloot: 5 jaar

Wat is toeval? Wat kun je bewijzen met statistieken? De zaak Lucia de Berk bleek een gerechtelijke dwaling te zijn. De bewijsvoering die voor een groot deel gebaseerd was op statistisch bewijs bleek een luchtbel. Oppassen dus met statistieken. Toeval is niet uit te sluiten.

Nu het volgende: Joran van der Sloot en Nathalie Holloway ontmoetten elkaar 30 mei 2005. Die nacht verdween zij.
En nu: sinds 31 mei 2010 is Joran voortvluchtig. In zijn hotelkamer werd op 2 juni het lijk gevonden van Stephany Flores. In de nacht van 29/30 mei bezochten zij samen een casino in Mirafloris in Peru.

Precies vijf jaar later duikt opnieuw de datum 30 mei op. Merkwaardig toeval. 
Indien de dader inderdaad JvdS is en dit geen toeval is dan geeft dit een ontluisterend inzicht in een misdadigersbrein. Joran is een pokeraar. Gewend om tot op het randje te gokken. Maar ditmaal heeft hij dan zijn hand overspeelt.
Wat is de mens, bijna goddelijk gemaakt (Psalm 8). Wat is de mens, vluchtig als een ademtocht (Psalm 144)