Posts tonen met het label bijbel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bijbel. Alle posts tonen

10 juli 2013

ABRAHAM'S OFFER / DE BINDING VAN IZAAK / DE AKEDAH

De strijd om het voortbestaan: Menashe Kadishman

Suspended, 1977, Storm King, Mountainville, New York 
Terwijl westerse kunstenaars vrijwel niets meer hebben met het thema van de 'binding van Izaak' is dat bij joodse kunstenaars totaal anders. Zij verbinden het aloude verhaal van de Akedah, met de huidige staat Israel. Toen werd bijna de geboorte van het het volk Israel verhinderd namens de HEER, een dreigende abortus. Nu staat opnieuw het voortbestaan van de staat Israel op het spel, een lugubere euthanasie. 
Kadishman doet dat op een zeer indringende manier. Bekend is vooral Shalechet/Fallen leaves in het Joods museum in Berlijn: het hoofd van Isaak is vermenigvuldigd, het zijn er duizenden geworden: oorlogsslachtoffers, nog steeds vertrapt door de bezoekers. Het lukt Kadishman waar maar weinig kunstenaars in slagen: hij trekt de toeschouwer in het kunstwerk en laat hem deel te laten uitmaken van de gruwelijke geschiedenis van de mensheid. Knerpend loop je dan over duizenden ijzeren hoofden.
Het werk is als een eindpunt in zijn werk. Het krijgt nog meer diepte door te beseffen dat aan het begin van dit werk het verhaal van de 'binding'  staat. Van slachtoffer tot offer zo zou je het oorspronkelijke verhaal kunnen duiden. In Kadishmans werk zie je een omkering: van offer tot slachtoffer. Indringend en veelzeggend, maar de oorspronkelijke gedachte lijkt verloren gegaan. Of gloort er aan de einder licht? Licht?
Ter illustratie nog een aantal foto's van ander werk, het middelste werk is ook in Breda (Vlaszak) te zien. Wie zich verdiept in zijn werk gaat ook meer en meer de geladenheid zien van het abstracte 'suspended' (hangend, zie eerste foto bovenaan)

 

8 juli 2013

ABRAHAM'S OFFER / DE BINDING VAN IZAAK / DE AKEDAH

Het verdwijnen van de 'binding' uit de kunst


Tot ongeveer 1650 blijft het thema van het 'offer van Abraham' populair onder kunstenaars. Religieuze kunst was in. De reden hiervoor duidde Huizinga  als volgt: 'het heilig onderwerp ontnam aan de kunstgenieting het stempel der zonde.' Of anders gezegd: het religieuze onderwerp was het voertuig dat het mogelijk maakte om ook taboe overschrijdende onderwerpen te schilderen.
Abraham's offer 1783c - Blake, William
Dat wordt drastisch anders, kunstenaars bevrijden zich van religieuze thema's, en een aantal eeuwen lang blijft het vrijwel stil, slechts een enkeling waagt zich nog aan dit thema. William Blake bijvoorbeeld, pakt het nog twee keer op. Het resultaat is duister, kil, afstotend, doortrokken van de ideeën van de vrijmetselarij. Meer dan een duiding van een begeesterd universum getrotseerd door de Mens, levert het niet op. Die Mens bleek ondanks alle bezweringen toch tot sterven gedoemd.
Abraham's offer 1783c - Blake, William
Alleen onder secundaire kunstenaars blijft het thema nog wat voortleven, maar meestal in de vorm van na-aperij. Hoopt men op de terugkeer van oude tijden toen prenten van Rembrandt, Ferdinand Bol en Gerrit Dou als zoete broodjes over de toonbank gingen? 

1 juli 2013

ABRAHAM'S OFFER / DE BINDING VAN IZAAK / DE AKEDAH - 1

Een bijbelkring over Genesis 22 (het offer van Abraham/de binding van Izaak) heeft mij doen duiken in de weerslag hiervan in de kunst. Tot ongenoegen van eega, want het werd een aantal keren heel erg laat.
Een fascinerende rondreis, temeer omdat drie religies (Jodendom, Christendom en Islam) dit verhaal als zeer belangrijk zien. Dit onderwerp is dan ook bij uitstek geschikt voor een kunsthistorische rondreis.
Heel boeiend zijn de laatste 100 jaar waarbij kunstenaars de vrijheid nemen het verhaal (eigenzinnig) te interpreteren.
Abraham's offer, 2002 - Falk, Alan (1945)
Een heel mooi voorbeeld levert Alan Falk (1945): een eigentijds tafereel in spijkerbroek. Allereerst wordt het aloude verhaal van Abraham en Izaak anders geïnterpreteerd: Abraham kiest na innerlijke tweestrijd voor dierenoffers tegenover de gangbare cultuur van mensenoffers. Dat doet de schilder door de rol die voorheen aan een engel werd toebedeeld nu aan Abraham zelf te geven. Ook de kleding is het opmerken waard: een trui en een spijkerbroek, hele alledaagse volkse kleding. Ongetwijfeld wil de kunstenaar ook hiermee een boodschap doorgeven.
Ik interpreteer als volgt: de Abrahamengel is de 'Ik' van Abraham zelf. Abraham komt tot zelfbewustzijn. Hij is geen verantwoording verschuldigd aan aardse, laat staan hemelse machten. Ieder mens is gelijk. En zijn strijd is de strijd met zichzelf. Hij heeft tot taak zich te evolueren tot een verantwoordelijk mens die alle onmenselijkheid van zich af werpt.
Het schilderij roept op deze manier de mensheid op om zelfbewust in het leven te staan en niet afhankelijk te zijn van welke aardse of hemelse 'godheid'. De schilder maakt het thema universeel door het verhaal neer te zetten als de eeuwige menselijke tweestrijd tussen goed en kwaad. Zo wordt Abraham tot in onze tijd navolgbaar op allerlei terrein.

9 juni 2010

Een correctie in de Herziene Statenvertaling

De tekst 2 Petrus 2:1 (zie vorig blog) kent nog een bijzonderheid. Volgens de eerste versie van de Herziene Statenvertaling luidt deze tekst:
Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus:
In de laatste versie is dat veranderd in: Simeon Petrus. 


Één letter verschil. Is dat zo belangrijk? Vanwaar deze wijziging? 
De wijziging is terecht. De meeste handschriften hebben Simeon. Een kwestie van nauwkeurigheid.


Toch is de wijziging ook belangrijk en wel als volgt: Ten aanzien van deze tweede Petrusbrief speelt de discussie of de apostel Petrus deze brief wel heeft geschreven. Er zijn diverse argumenten die een rol spelen. Éen van de argumenten is het gebruik van Simeon, de Hebreeuwse naam van Petrus. En dat is opmerkelijk in een Griekstalige brief. In geval van een pseudepigraaf (Iemand die gebruik maakt van de naam van een bekende schrijver. Anders dan het voor ons veel bekendere pseudoniem.) was het veel waarschijnlijker dat er had gestaan: Petrus of Simon Petrus.


De afbeelding is een werk van Betsy Porter uit 2007: Petrus ' is shown here in a posture of prayer and adoration.  His scroll represents the legacy of the holy word which he holds.'

8 juni 2010

De Godheid van Jezus in 2 Petrus 1:1

De vertaalclub van de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) was divers samengesteld. Ook waren er veel meelezers. Die zullen ook tot de het nodige ingebracht hebben. Dat zal tot heel wat discussies geleidt hebben. Eén zo'n discussie kom je op het spoor in de tweede brief van Petrus door de vetgedrukte passages in de volgende twee teksten te vergelijken:

2Pt 1:1 - Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij
Een voetnoot vermeldt:
Ook mogelijk is de vertaling: 
van onze God en redder Jezus Christus.
2
Pt 1:11 - en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het koninkrijk van 
onze Heer en redder Jezus Christus.

In het grieks staats er:

in vers 1:   tou theou hemon kai sotaros Iesou Christou
in vers 11: tou kuriou hemon kai sotaros Iesou Christou 


Er is blijkbaar een discussie geweest over de exegese van vers 1. Gaat het hier nu om twee: God de Vader én Jezus Christus de Zoon. Of gaat het hier alleen om Jezus waarvan dan wordt gezegd dat Hij én God én redder is? De NBV koos voor de eerste optie. Maar er was blijkbaar een groep die hier protest tegen aantekende. Dat resulteerde waarschijnlijk in de voetnoot die aangeeft dat het hier alleen over Jezus Christus gaat.
Het is niet zomaar een discussie. Deze discussie raakt de kern van het belijden. Wie is Jezus Christus? Dat 'van'-woordje heeft dus veel gewicht. Er hier sprake is van een zogenaamde Theos-tekst.  Dat zijn teksten die van Jezus zeggen dat Hij God is. Door dat ene woordje 'van' in te voegen wordt deze tekst om zeep geholpen. 


Wat staat er in het origineel? Daar kunnen we kort over zijn: dat ene woordje 'van' ontbreekt. Nu is dat echter niet doorslaggevend. Alle vertalingen voegen woorden toe indien de betekenis van de vertaling onduidelijk wordt. Dat is dus niet beslissend.
Maar er is meer te zeggen. In het origineel is sprake van een speciale constructie. Dat komt in vertaling niet helemaal naar voren. Je kunt namelijk een komma invoegen zodat je leest: van onze God , en redder Jezus Christus. Het verwijst dan naar twee personen. Het Grieks laat deze mogelijkheid niet toe. Men spreekt van de zgn Granville Sharp rule
Mijn voorstel zou dus zijn de vertaling te wijzigen in: ... van Jezus Christus, onze God en redder.

20 mei 2010

De zwijgende vrouw (2)

Enige tijd geleden schreef ik een stukje over 'de zwijgende vrouw'. Het ging over de beruchte Bijbeltekst dat de vrouw behoort te zwijgen tijdens de samenkomst (1Kor 14:35). Een aantal argumenten werd aangevoerd die er op wijzen dat de tekst niet oorspronkelijk is.
Kort geleden is een proefschrift (J.D. Punch, The Pericope Adulteraeverschenen (mooi, dat dit proefschrift beschik-baar is op internet!) over een andere omstreden passage. Het verhaal vd overspelige vrouw in Jh 7:53 t/m 8:11 komt in oude en belangrijke handschriften niet voor. In het proefschrift worden vijf theorieën besproken.Op blz 417 wordt dit als volgt samengevat: 
De vijf theorieën betreffen redactionele invoeging, waarbij men aanneemt dat een latere Johanneïsche redactor of de Johanneïsche gemeenschap de perikoop heeft ingelast; kerkelijke invoeging, suggereert dat latere schrijvers die niet waren verbonden met een Johanneïsche redactor of de Johanneïsche gemeenschap, de perikoop heeft ingelast; liturgische omissie, die aanneemt dat door de praktijk van de perikopenlezingen en de manuscripten die daartoe zijn gebruikt, de perikoop is weggelaten; toevallige omissie, die veronderstelt dat er meerdere manuscripten van het Johannesevangelie zijn uitgebracht, een zonder de perikoop en een met de perikoop; en ten slotte kerkelijke onderdrukking, die aanneemt dat de kerk de perikoop heeft geschrapt uit vrees voor een foute interpretatie of toepassing.

En hoewel de auteur geen keuze maakt, maar pleit voor verder onderzoek, is er een voorkeur voor de laatste theorie. Toen schoot mij de zwijgtekst te binnen. Een van de argumenten die daar werd gebruikt komt overeen met de argumentatie van de vijfde theorie, de kerkelijke onderdrukking.
En zowaar, zo gek is die gedachte niet, want op de laatste bladzij wordt eveneens gewezen op een mogelijk verband! This question is not unreasonable in the light of the fact that the rules of textual criticism are broken on occasion (cf. 1 Corinthians 14:34-35)
*tekening: Deborah van Gustav Doré

6 april 2010

Triniteit

De discussie over de Triniteit is al oud. En af en toe laait die weer hoog op. Vooral valt op de verontwaardiging van 'ontkenners' wanneer zij worden betiteld als ketters. Zij zien zichzelf als broeders en zusters en hebben ook recht op het gedachtenismaal. Waarom zo moeilijk doen?
Wat is hier aan de hand. De 'ontkenners' hebben de grenzen van het belijden ruimer getrokken en beseffen onvoldoende dat dit niet geldt voor de anderen, de 'Triniteit-belijders'. Het spreken van 'ontkenners' is vaak vergoelijkend. Zij doen niet moeilijk! Allen zijn we broeders en zusters! Dat is vanwege hun positie onvermijdelijk. Ze hebben immers de conclusie getrokken dat de soep niet zo heet gegeten hoeft te worden. De cirkel van belijders is veel groter dan altijd werd gedacht. 'Ach, doe toch niet zo moeilijk...'
Even een beeld: je bent aan het bungeejumpen. Je staat klaar voor de sprong. En dan grijpt de twijfel je bij de keel: is het elastiek sterk genoeg? Zoniet dan val je straks te pletter! Wat doe je?
Niet moeilijk doen? Zo wordt niet gedacht bij de andere groep, de 'Triniteit-belijders'. De laatste groep is stellig van mening dat het elastiek te zwak is. Zij zijn van mening dat ontkenning de Kerk uiteindelijk vernietigd.  Het zou onbegrijpelijk zijn om niet dit belijden te verdedigen. Er staat nogal wat op het spel...
De kernvraag is: kan Jezus verlossen zonder God en mens te zijn? Het antwoord van de Kerk is: nee dat kan niet. Wie daar tegenin gaat moet niet raar opkijken dat hij heftig bestreden wordt en uiteindelijk 'buiten gezet' wordt. Dat is inherent aan grenzen. De herders hebben zorg te dragen dat de kudde niet uiteengeslagen wordt. Helaas doet dat pijn. Aan beide kanten. 
Daarom is ook zo belangrijk dat deze 'kernen van belijden' juist zijn om niet onnodig schisma's te kweken. En wie ontkent kan niet volstaan met een simpel Bijbelonderzoek maar heeft zich op zijn minst te verdiepen in de dogmenhistorie. Waarom vond men dat dat elastiek zo sterk moest zijn...?

2 april 2010

Goede Vrijdag: Een visie van Jeroen Bosch

De contrasten op dit schilderij van Jeroen Bosch zijn indrukwekkend. De tronies van het gepeupel. De sereniteit van Jezus. De compositie: dicht op elkaar gepakt en toch staat Jezus alleen. Iedereen heeft zich afgewend. Klopt het dat de driehoeken in de compositie verwijzingen zijn naar de duivel?
Een aantal figuren zijn te identificeren: Veronica met de zweetdoek. Trek een lijn van zweetdoek via Christus naar de andere hoek dan zie je de goede moordenaar, grauw van angst. In het voorportaal van de 'hemel' wordt hij toegesproken door een monnik.  Dan recht naar onder in de 'hel' zie je de verstokte moordenaar. Nauwelijks zichtbaar zie je de kruisdragende Simon van Syrene
De kruisdraging van Jeroen Bosch hangt in Gent en is rond 1500 gemaakt

5 maart 2010

De zwijgende vrouw

Er zijn in de Bijbel moeilijke passages. Daar is iedereen het wel over eens. Één zo'n passage is 1Cor 14:34,35. Vele exegeten hebben hier hun hoofd al over gebroken, zonder een bevredigende oplossing te vinden. 
             ds Haasnoot
34 Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat. 35 Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun man vragen, want het is een schande voor een vrouw als ze tijdens een samenkomst spreekt. (NBV)

34 Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. 35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken. (SV)

Maar er is wellicht een oplossing. Een blogpost van een zekere Phil Payne stelde dat dit tekstgedeelte niet origineel is, maar een 'interpolation'. Een uitvoerige discussie hierover vind je op het blog ETC. Payne gaat hier uitgebreid in op allerlei opmerkingen en kritiek op zijn opvattingen. 

Een aantal argumenten:
1. Eerst vanaf 200 is er bij een kerkvader (Tertulianus) een vermelding van deze tekst. Vanwege de impact van de tekst is het vreemd dat deze passage niet is becommentarieerd door vroegere kerkvaders. Temeer daar 1Cor de meest geciteerde brief van Paulus is.
2. Deze passage onderbreekt een logisch betoog.
3. Bovendien is de passage moeilijk te rijmen met 11:5 en 13
4. De plaatsing van deze passage in verschillend in de handschriften (of na vers 33 of na vers 40). Dit schijnt een signaal te zijn dat hier sprake kan zijn van een invoeging. Dat geldt ook voor het hogere aantal tekstvariaties voor dit gedeelte.
5. Het woordgebruik schijnt anders te zijn dan de context

Ik vind het een mooie oplossing. Nu de SGP nog.

24 september 2009

Tegenstrijdigheden in de Bijbel

“In het rechtsgeding heeft de eerste spreker gelijk, maar dan komt de ander en rekent hem na.” (Spreuken 18:17)
Niet-christenen hebben moeite met de Bijbel. Eén van de struikelblokken zijn de tegenstrijdigheden. En elke generatie moet deze problemen onder ogen zien. De concentratie door zijn volgelingen op Jezus de gekruisigde, heeft ook een 'negatieve' kant. Christenen verwaarlozen het beantwoorden van in hun ogen 'secundaire' vragen.

Het werpen van een juist licht op zulke vragen is echter hoognodig. Aanhaken en afhaken heeft ook te maken met deze vragen.
In het gesprek met andersdenkenden is dan ook dit artikel een must: De tegenstrijdigheden-beschuldiging. Veel werk is verzet in het beantwoorden van bekende tegenstrijdigheden. 101 problemen worden hier tegen het licht gehouden.
Daarnaast is het doordenken van het christelijk geloof steeds minder een hobby voor enkele apologeten. Wie eens rondkijkt op internet komt de meest schokkende uitingen tegen.
De keerzijde van zulke cartoons zoals hiernaast is dat het dwingt na te denken over de kern van het geloof. Zo moeten we af van het beeld van een lievige god, dat de laatste decennia ons voorgehouden wordt.
Andersdenkenden prikken daar doorheen zoals je hier ziet. Deze cartoon laat maar al te goed zien dat het symbool van het kruis, een afschuwelijk martelwerktuig, uitleg nodig heeft. Zo'n cartoon zet je met beide benen op de grond: de gekruiste Christus roept afschuw op.
Beide elementen uit Joh 3:16, liefde en toorn, worden in het kruissymbool niet goed bij elkaar gehouden. De symbolen in het gedachtenismaal, brood en wijn, slagen daar beter in.

2 juli 2009

Lange tenen en Apollos

Dominee stond op mijn tenen.

De spotlights waren gericht op Apollos (Hd 18). Een geestdriftig man, doorkneed in de Schriften. Hij was 'alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht'. Alleen... hij moest nog wat meer bekeerd worden. Tot nu toe was er 'alleen nog maar' sprake van een toeleidende weg.
Mijn vragen hierbij:
1. Hoe ziet hij de verhouding OT/NT? Waren de gelovigen in OT-tijd dan zo anders? Het enige verschil is dat zij uitzagen naar vervulling en dat wij weten van vervulling.
2. Hoe kijkt hij aan tegen de laatste zin: hij preekte nu dat Jezus de Messias is. Dit bevestigt mijn opmerking uit punt 1. Apollos preekte: de belofte van God wordt binnenkort werkelijkheid. En nadat hij op de hoogte is gebracht door Aquilla en Priscilla wordt dat: de belofte is vervuld. Vandaar de pointe in de laatste zin.
3. Het lijkt mij goed om dan ook nog eens te kijken naar de boodschap van De Doper. Wat namelijk opgemerkt wordt over Apollos geldt dan ook voor Johannes. Apollos geeft zijn boodschap door. En die boodschap was: Ik doop met water,’ antwoordde Johannes. ‘Maar in uw midden is iemand die u niet kent, hij die na mij komt – ik ben het niet eens waard om de riemen van zijn sandalen los te maken.’
4. Het gebruik van andere vertalingen zoals de NBV hadden wellicht dit kunnen voorkomen?
De afbeelding is een deel uit het Isenheimer Altaarstuk van Matthias Grünewald (ca. 1480 – 1528)
olieverf op paneel — 1510-1515 Museum Unterlinden, Colmar

27 juni 2009

Leer van Jezus: een cursus voor beginners


Leest u nog steeds in de Bijbel?
Die vraag stelde een journalist aan Bob Dylan in Rome in 2001. Zijn antwoord was:
Ja natuurlijk, wie niet?

Daarom: gedegen beginnerscursus over het christelijk geloof, in een aantrekkelijke verpakking
Leer van Jezus. Introductie tot het christelijk geloof

23 juni 2009

Opstanding

(de opstanding uit Les Très Riches Heures du duc de Berry)

Onze nog naamloze kring heeft het onderwerp 'de opstanding van Jezus' besproken. Leidraad waren een hoofdstuk uit een boek van Keller 'In alle redelijkheid, christelijk geloof voor sceptici' en een Volkskrantartikel van Andries Knevel met een aantal reacties. 324 reacties kreeg het artikel waarvan de eerste gelijk al het niveau bepaalde van veel reacties: 'ha het domme geklets van een godsdienstwaanzinnige'. Christen-bashing is tegenwoordig hot.
De insteek van Keller is boeiend: je kunt als niet-gelovige de opstanding van Jezus afwijzen maar dan is een andere verklaring nodig die de plotselinge ontstane groei van de christelijke kerk historisch aannemelijk maakt.
Als argumenten voor opstanding vind je bij Keller en anderen aan:
  • het getuigenis van vrouwen, in die cultuur van weinig waarde
  • het joodse denken dat haaks staat op een individuele opstanding: waar is nu die leeuw die vreedzaam naast dat lam ligt?
  • het griekse denken dat verlossing tekent als bevrijding van het lichamelijke
  • de snelle schriftelijke vastlegging door o.a. Paulus
  • de voor joden blasfemische aanspraak van Jezus als God
  • de plotselinge snelle groei van de christelijke kerk
  • de vele getuigen
  • de meeste eerste apostelen zijn vanwege deze overtuiging gemarteld en gedood, dat is niet aannemelijk voor een door hen verzonnen verhaal
  • de doop als symbool van deze ondergang op opstanding

Een enkele reactie is de moeite waard: waarom is in die tijd niet als een lopend vuurtje bekend geworden dat bijv Lazarus is opgestaan?

  • veel archieven zijn verloren gegaan
  • communicatie was heel wat gebrekkiger dan nu
  • skepsis was toentertijd net zo groot als nu
  • de Bijbel geeft zelf aan dat de verspreiding van nieuws traag gaat. Zie bijv. het verhaal van Cornelius (Hd 10) of Festus (Hd 25)

5 juni 2009

Pinksteren: 12 of 120?

Voor het derde achtereenvolgende jaar kwam onze predikant met de exegese dat alleen de apostelen deelden in het talenwonder en niet de groep van 120 personen. Het zit hem blijkbaar hoog. Wat kan daar achter zitten? Mijn idee is dat het wellicht te maken heeft met een bepaalde ambtsvisie.
Zijn argumenten? Hd 2,7 spreekt over Galileeers. 2,14 zegt: Petrus staat met de elf. Vrouwen profeteren niet op deze wijze.
De kanttekeningen ondersteunen zijn visie. Bij Calvijn speelt het geen rol. Henry verwijst naar 1,14 en gaat uit van de 120. TvT spreekt over allen.
Volgens mij geven 10,44 en 11,15 duidelijk aan dat het 120 personen betrof. De vervullingsprofetie uit Joel past beter bij 120 dan bij 12.

Bekijk je oude schilderkunst dan zie je dat vaak de 12 apostelen worden afgebeeld. Het beeld is niet eenduidig. Je ziet ook de Maria-verering een rol spelen. Een mooi voorbeeld is uit Les Tres Riches Heures du Duc de Berry (zie hiernaast)

5 mei 2009

God tutoyeren?

Kort geleden uit een preek:

ik heb wel een iemand gehoord die de Here aanspraak met jij of met je. En dan kun je dat ook niet vergoeilijken met het zeeuwse jie of joe. Dat is uiteindelijk niet het karakter van de eerbied waar de Here mee wordt aangesproken: onze Vader. En dan kan het wel lijken of dat zo iemand een teer leven beoefend, of een geoefend leven heeft, of vertrouwd met God omgaat, maar nergens in de Bijbel lezen we deze aanspraak jij of je. Het is niet anders gemeente, dan een onteren en een naar beneden halen van de majesteit van God (090405/1:01)

Dit is wel erg kort door de bocht. Lees een franse of duitse bijbelvertaling. In de franse wordt het vertrouwelijke Tu gebruikt. Terwijl vousvoyeren daar veel gebruikelijker is dan bij ons. En toch Tu! In het duits lees je Du. In het spaans wordt eveneens getutoyeerd.

Het lijkt of in de statenvertaling wordt gevousvoyeerd. Maar besef dan dat de u-vorm vroeger ook door familie/goede bekenden onderling werd gebruikt.
Dit gebruik is bewaard gebleven in het vlaams, waar je nu nog echtgenoten elkaar hoort aanspreken met 'u'.
Kortom: het 'u' had vroeger een veel intiemere klank dan tegenwoordig. Het vousvoyeren geeft nu afstand en ontzag aan. Jammer dat in nederlandse bijbelvertalingen deze 'nabijheid' verloren is gegaan.