5 maart 2010

De zwijgende vrouw

Er zijn in de Bijbel moeilijke passages. Daar is iedereen het wel over eens. Één zo'n passage is 1Cor 14:34,35. Vele exegeten hebben hier hun hoofd al over gebroken, zonder een bevredigende oplossing te vinden. 
             ds Haasnoot
34 Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat. 35 Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun man vragen, want het is een schande voor een vrouw als ze tijdens een samenkomst spreekt. (NBV)

34 Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. 35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken. (SV)

Maar er is wellicht een oplossing. Een blogpost van een zekere Phil Payne stelde dat dit tekstgedeelte niet origineel is, maar een 'interpolation'. Een uitvoerige discussie hierover vind je op het blog ETC. Payne gaat hier uitgebreid in op allerlei opmerkingen en kritiek op zijn opvattingen. 

Een aantal argumenten:
1. Eerst vanaf 200 is er bij een kerkvader (Tertulianus) een vermelding van deze tekst. Vanwege de impact van de tekst is het vreemd dat deze passage niet is becommentarieerd door vroegere kerkvaders. Temeer daar 1Cor de meest geciteerde brief van Paulus is.
2. Deze passage onderbreekt een logisch betoog.
3. Bovendien is de passage moeilijk te rijmen met 11:5 en 13
4. De plaatsing van deze passage in verschillend in de handschriften (of na vers 33 of na vers 40). Dit schijnt een signaal te zijn dat hier sprake kan zijn van een invoeging. Dat geldt ook voor het hogere aantal tekstvariaties voor dit gedeelte.
5. Het woordgebruik schijnt anders te zijn dan de context

Ik vind het een mooie oplossing. Nu de SGP nog.

Geen opmerkingen: