9 november 2009

Richtingwijzer: vertrouwen





de historicus

Frederik Carel Gerretson

(1884-1958)

beter bekend als geerten gossaert


Voor een bespreking van onderstaand gedicht Wim Kleisen

Hans Werkman merkt op: In het Verloren-Zoon-motief zit iets autobiografisch; het herinnert aan de conflictperiode en de geloofscrisis die Gossaert meemaakte tussen zijn zeventiende en drieëntwintigste jaar. Zelf heeft hij een relatie tussen zijn leven en zijn poëzie verdoezeld door de gedichten in Experimenten in niet-chronologische volgorde te plaatsen. In volgorde van ontstaan bezien vertoont zijn poëzie echter een belangrijke wending, nl. van het ‘diepverdoemd bestaan’ naar het beminnen van het door God gegeven leven, zoals dit bijv. blijkt uit ‘Clematis’. De wending moet zich omstreeks 1906 hebben voltrokken.

De Moeder



Hij sprak en zeide
In 't zaêl zich wendend:
Vaarwel, o moeder,
Nooit keer ik weer...
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking maar weende zeer.

Sprak geen vervloeking...
Doch, bijna blijde,
Beval de maagden:
Laat immermeer
De zetels staan en
De lampen aan en
De poort geopend, de slotbrug neer.

En toen, na jaren,
Melaats, een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zóon keert weer...
Zag zij hem aan en
Vond gene tranen,
Voor zoveel vréugde geen tranen meer.

uit: Experimenten (1911)

De preek van ds Reinier de Koeijer was zondag uit een onbekend Bijbelgedeelte: Jer 8:1-18. Vertrouwen op de Here, ondanks alles. Vooral aansprekend vond ik het beeld van het kabbelende water van Siloah als symbool van de zorg van de Here God, de constante Levensbron. Daartegenover de machtige wateren van de Eufraat als beeld van het wrede Assyrie.
Onze God en Vader leidt is onze conclusie aan het eind van deze zondag.

Geen opmerkingen: