20 juni 2009

Huwelijksformulier PKN: wederzijdse verantwoordelijkheid

Een vriendin van onze dochter is getrouwd. Een mooie dienst die op diverse momenten een prachtige peroonlijke touch meekreeg. Alleen jammer dat ze niet gebruik maakten van een hertaald formulier. Vooral voor mensen die vrijwel nooit een kerkdienst bezoeken is een vertaalslag nodig. Trouwens ook voor mij.
De onderstaande fragmenten laten duidelijk zien dat de cultuur zijn invloed laat gelden op de interpretatie van de Bijbel. Een mooi spanningsveld wordt zichtbaar waar het laatste woord nog niet over gezegd is. Ondanks de (kleine) verbeteringen is er in de rechterflank van de kerk nog wel een slag te maken. In de laatste versie is het bijvoorbeeld nog altijd de man die de 'verantwoordelijkheid tegenover de samenleving, in kerk en maatschappij' verstaat. 


Deel huwelijksformulier: oorspronkelijke versie
Daarna zult gij, ten derde, ook weten, hoe zich de één jegens de ander naar Gods Woord schuldig is te houden.
Eerstelijk zult gij, man, weten dat God u gezet heeft tot een (1) hoofd der vrouw, opdat gij haar naar uw vermogen verstandelijk leidende, zoudt onderwijzen, troosten en beschermen, gelijk het hoofd het lichaam regeert, ja gelijk Christus het Hoofd , de Wijsheid, de Troost en de Bijstand Zijner gemeente is. Bovendien zult gij (2) uw huisvrouw liefhebben als uw eigen lichaam, gelijk Christus Zijn gemeente liefgehad heeft. Gij zult (3) niet verbitterd tegen haar worden, maar bij haar wonen met verstand, en aan het vrouwelijk vat, als het zwakste, eer geven, als die ook (4) mede-erfgenaam der genade des levens met haar zijt; opdat (5) uw gebeden niet verhinderd worden. En naardien het Gods bevel is dat de man in het zweet zijns aanschijns brood zal eten, zo zult gij ook getrouwelijk en naarstiglijk in (6) uw Goddelijk beroep arbeiden, opdat gij uw huisgezin met God en met ere moogt onderhouden en ookdaarenboven iets hebt om de (7) nooddruftigen mede te delen.
Desgelijks zult gij, vrouw, weten hoe gij u naar het Woord Gods houden zult jegens uw man. Gij zult uw wettige man (8) liefhebben, eren en vrezen, ook hem gehoorzaam zijn in alle dingen die recht en billijk zijn, als uw heer; gelijkerwijshet lichaam aan het hoofd, en de gemeente aan Christus onderdanig is. Gij zult geen heerschappij gebruiken over uw man, maar stil zijn. Want Adam is eerstgemaakt, daarna Eva, Adam tot hulpe. En na de val heeft God tot Eva, en in haarpersoon tot het ganse vrouwelijke geslacht gesproken: Tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. Deze ordinatie Gods zult gijniet tegenstaan, maar veel meer het gebod Gods gehoorzaam zijn, en het (9) voorbeeld der heilige vrouwen navolgen, welke op God hoopten, en haar eigenmannen onderdanig ware; gelijkerwijs Sara haar man Abraham gehoorzaamgeweest is, hem noemende haar heer. Gij zult ook uw man in alle goede en oprechte dingen (10) behulpzaam zijn, op uw huishouden goede acht hebben, en in alle ingetogenheid en eerbaarheid, zonder wereldlijk pracht, wandelen, opdat gij anderen (11) een goed voorbeeld van zedigheid moogt geven.


Hertaalde versie namens de Ger.Bond
Verder zult u weten, hoe de een zich tegenover de ander overeenkomstig het Woord van God gehouden is te gedragen.
Ten eerste zult u, bruidegom, (2) uw vrouw liefhebben, zoals Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar heeft overgegeven om haar te heiligen. Zoals Christus het hoofd, de wijsheid, de troost en de hulp van Zijn gemeente is, zó bent (1) u het hoofd van uw vrouw om haar naar uw vermogen verstandig te leiden, te onderwijzen, te troosten en te beschermen. U zult verstandig bij haar wonen en haar haar eer geven. Overeenkomstig Gods gebod zult u getrouw en toegewijd in (6) uw goddelijk beroep arbeiden om uw gezin met God en met ere te onderhouden en (7) christelijke barmhartigheid te kunnen beoefenen.
Ten tweede zult u, bruid, weten dat God u aan uw man verbonden heeft, gelijk de gemeente aan Christus verbonden is. U zult uw man (8) liefhebben, respecteren en volgen in alle dingen die goed en rechtvaardig zijn, zoals de gemeente aan Christus onderdanig is. Het gebod van God en het (9) voorbeeld van godvrezende vrouwen die op God vertrouwden en hun mannen dienden, zult u navolgen. Zo zult u uw man in alle goede en rechte dingen behulpzaam zijn, u zult aan uw gezin (10) goede zorg besteden en het bewaren in de vreze des Heeren. U zult ook in eerbaarheid en godsvrucht wandelen, om anderen (11) tot voorbeeld te zijn.
Tot slot, bruidegom en bruid, houdt steeds in gedachtenis dat u (4) beiden erfgenamen van de genade des levens bent. Zo zult u in wijsheid met elkaar samenleven en (3) niet verbitterd tegen elkaar zijn, opdat (5) uw gebeden niet verhinderd worden.



Aangepaste versie (hervormd Voorthuizen)
Tenslotte zullen jullie weten hoe zich de één tegenover de ander, volgens het Woord van God, heeft te gedragen.
(naam), je zult (2) je vrouw liefhebben, zoals Christus de gemeente heeft liefgehad. Zoals Christus het hoofd is van de gemeente en Zich voor haar heeft overgegeven om haar te heiligen, ben (1a) jij het hoofd van je vrouw en je zult haar in gevende en sparende liefde dienen, leiden en beschermen, opdat jullie (5a) samen oprecht voor Gods aangezicht kunnen staan. Overeenkomstig Gods gebod zul je getrouw en toegewijd (6) je werk verrichten om jou en de jouwen te onderhouden. Verder zul je als (1b) hoofd van je gezin, dat deel is van een grotere gemeenschap, je (7) verantwoordelijkheid tegenover de samenleving, in kerk en maatschappij verstaan.
(naam), je moet weten dat God je aan je man verbonden heeft, zoals de gemeente aan Christus verbonden is. Zoals de gemeente haar Heere liefheeft en gehoorzaam volgt, zo zul jij je man (8) liefhebben en volgen in alle dingen, die recht en billijk zijn. In vertrouwen op God zul je aan je gezin (10) goede zorg besteden en het bewaren in de vreze des Heeren, opdat allen, die aan je hoede worden toevertrouwd, God daarvoor zullen (11) danken en verheerlijken.
Tenslotte (beide voornamen) , houdt steeds in gedachten, dat jullie (4) beiden erfgenamen van de genade van het leven zijn. Wilt daarom in wijsheid met elkaar samenleven en (3) nimmer verbitterd tegen elkaar zijn, opdat (5b) jullie gebeden niet verhinderd worden.

Geen opmerkingen: