5 november 2010

Indiareis - dag 3: naar Nepal

Zaterdag 16 oktober 2010
Het slapen op het harde tweepersoonsbed ging beter dan verwacht. Halverwege de nacht werd het zonder laken of deken toch wat frisser en heb ik mijn pyjama aangedaan. Gelukkig had ik die op het laatste moment in de koffer gedaan. Last van een jetlag heb ik niet. Debet daaraan zijn ook de twee continu draaiende fans boven ons hoofd, die een geluid maken als ruisende bomen bij windkracht 7.
Om zeven uur worden we door E. opgehaald. Een dagje Nepal staat op het programma. E. heeft een chauffeur meegenomen. Gezien de intensiteit van het rijden een verstandige beslissing. De rijstijl is in één zin samen te vatten: go with the flow. Je let vooral op de weg voor je, let op de tegenliggers en luistert naar getoeter achter je. Door de vele kuilen in de weg gebruik je vaak de hele breedte van de weg. Haal je iemand in dan toeter je om te waarschuwen dat hij rechtuit moet rijden. 


Later die week vraag ik: hoe zit het met de verkeersregels? Heeft linkskomend verkeer voorrang? Schouderophalend antwoordt E. dat hij dat niet weet. Zeven jaar India heeft hem dat niet geleerd.  In de loop van de week zie ik dat de ogenschijnlijke chaos in het verkeer toch wel meevalt en dat indereen zich houdt aan die ene regel: go with the flow.

Na een kort bezoek aan het Schoolcentrum van E. rijden we langs uitgestrekte theeplantages naar Nepal. We zijn immers in het gebied van de Darjeeling thee. Een begrip in de wereld van theeleuten en tea-party movements, zelfs bij niet-theedrinkers zoals ik. 

Al snel stopt de chauffeur. We hebben een probleem. Er blijkt een spijker in de achterband te zitten. Bij een van de vele bandenbedrijfjes langs de weg stoppen we voor een reparatie. Dat gaat enige tijd duren. Ondertussen kijken we rond en genieten van de bedrijvigheid. Kippenboeren laden hun kippen in grote manden. Een vrouw put water. 
Aan de overkant van de straat een donkerogende vrouw met stip en streep op het hoofd. Ze zit in een nauwelijks zichtbaar stalletje. Hoe is het mogelijk dat zij nog iets verkoopt? Wie ontdekt haar? Een hele dag niksdoen? Schuw, maar toch nieuwsgierig komt zij ons westerlingen, bespieden. En ook wij pogen haar op de foto te zetten. 


Daarachter een tempel in de vorm van een lotusbloem. Op een vervallen schuur een vreemde spreuk geschilderd: Netaji is alive. He will return as the leader of the nation, nay the world. Wat is dit? Is dit religieus? Ik besef dat veel uit deze cultuur ons onbekend is.  
Achter de bedrijfjes verborgen achter bomen, ligt nog een hele wijk met kleine huisjes en hutjes. Een rund wandelt vrij rond op een bospaadje Op een erfje zie ik een kip met kuikens, een vastgebonden kalf, een varken. Nieuwsgierig bekijken de mensen me. Bereidwillig poseren ze voor een foto.

Verder gaan we. Tot we voor mijn gevoel ‘in the middle of nowhere’ stoppen in een eenvoudig dorpje bij een modern hotel-restaurant met bakkerij in westerse stijl. Hier? Ja, hier. Het blijkt dat ze zich richten op toeristen die deze Himalaya-regio verkennen. Het is niet al te ver verwijderd van het vliegveld bij Siliguri. Wij ontbijten. Sandwichs met heerlijke koffie. De chauffeur zit aan een tafeltje apart. India is een standenmaatschappij. Het doorbreken hiervan kan blijkbaar alleen geleidelijk.

Was onze aankomstdag al vol van indrukken. Deze dag overtreft het met glans. Een continue stroom van kraampjes en uitstallingen houdt onze blik gevangen. Een geslacht varken wordt onthaard. Een rij aan haken opgehangen geslachte geiten. Regelmatig passeren we brede rivierbeddingen met nauwelijks water. Er wordt druk in gewerkt, zand afgegraven en in vrachtauto’s afgevoerd. Vrouwen doen er de was. En één keer zie ik aan de rivier een groepje mensen staan bij twee hoog oplaaiende vuren. Lijkverbranding...

De grens naar Nepal passeren duurt een uur volgens E. Bij een vrij onopvallend bord stopt onze chauffeur. We stappen uit en lopen naar het een vijftig meter van de weg gelegen grenskantoortje. Het invullen en de controle van alle formulieren duurt ruim een half uur. Zo’n twintig toeristen passeren in dit jaargetijde dagelijks de grens. Meer grensverkeer zou echt voor problemen zorgen. Voor Indiërs en Nepalezen is er gelukkig vrij grensverkeer. 







de toegangspoort tot Nepal bij Kakarbhitta
We zijn India uit, nu nog Nepal in. We rijden verder, passeren een brede rivier, en rijden door de toegangspoort van Kakarbhitta Nepal binnen. Daar herhaalt zich de bureaucratie. Terwijl ons visum wordt klaargemaakt kijken we rond bij de mooi bewerkte toegangspoort. Riksja’s rijden af en aan. Kleurrijke vrouwen vragen onze aandacht. We komen ogen te kort.










Al snel valt op dat Nepal anders is. Er duiken steeds meer paalwoningen op. Eronder is plaats voor 
vee en materiaal. De omgeving wordt groener. Veel bananenplanten en bamboe langs de weg. Frisgroene rijstvelden wisselen af met palmboombossen. Het blijft vlak. De voorlopers van het Himalayagebergte blijven op afstand.

Geen opmerkingen: